1887

OECD Multilingual Summaries

Economic Policy Reforms 2013. Going for Growth

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/growth-2013-en

Hervorming van het economische beleid 2013. Going for Growth

Samenvatting in het Nederlands

  • Going for Growth' is gebaseerd op de expertise van de OESO inzake hervorming van structurele beleidsbepalingen en economische prestaties, zodat beleidsmakers worden voorzien van concrete aanbevelingen over hervormingen, die voor duurzame groei als prioriteiten worden gezien.
  • De OESO heeft als sinds 2005 hervormingsaanbevelingen gedaan om de reële inkomens en werkgelegenheid te stimuleren met een 'Going for Growth'‑analyse voor elk OESO‑land, en meer recentelijk ook voor de BRIICS‑landen. Dit benchmarkingproces is een hulpmiddel voor overheden bij het overwegen van beleidshervormingen die van invloed zijn op de levensstandaard van hun bevolking op de lange termijn.
  • Sinds de topconferentie in Pittsburgh in 2009, heeft 'Going for Growth' een bijdrage geleverd aan het reguliere werkprogramma van de G20 gericht op een sterke, duurzame en uitgebalanceerde groei, voornamelijk door middel van het zgn. Mutual Assessment Process (procedure van wederzijdse evaluatie).
  • Voor elk land worden vijf beleidsprioriteiten geïdentificeerd op basis van hun vermogen om door middel van een hogere productiviteit en werkgelegenheid de materiële levensstandaard op de lange termijn te verbeteren. De prioriteiten hebben gewoonlijk betrekking op de product‑ en arbeidsmarktreguleringen, onderwijs en training, belastingen en sociale uitkeringen, handels‑ en investeringsregels en het innovatiebeleid.

In deze editie wordt de vooruitgang onderzocht, gezien de aanbevelingen uit het verleden, en worden nieuwe prioriteiten voor de nabije toekomst geïdentificeerd. Ook worden de mogelijke gevolgen van de beleidsaanbevelingen van 'Going for Growth' voor de doelstellingen van het openbare beleid onder de loep genomen (afgezien van een toename van het BNP).

Hoofdstuk 1 biedt een overzicht van de vooruitgang die de landen sinds 2011 hebben geboekt bij het aanpakken van de geïdentificeerde beleidsprioriteiten, zoals vermeld in eerdere uitgaven van Going for Growth. Ook worden de hervormingsprioriteiten voor een duurzame groei en werkgelegenheid opnieuw onderzocht, binnen de context van de zwakke economische vooruitzichten op de korte termijn.

Hoofdstuk 2 behandelt de mogelijke bijwerkingen van groeistimulerende beleidsaanbevelingen voor twee andere welzijnsaspecten, namelijk de inkomensverdeling en het milieu. Ook komen de mogelijke gevolgen van de aanbevolen hervormingen voor interne (budgettaire) en externe (lopende rekening) onevenwichtigheden aan de orde. De bedoeling hiervan is om de voornaamste invloeden te beschrijven en mogelijke beleidscompromissen en ‑aanvullingen te identificeren.

De vijf geïdentificeerde beleidsprioriteiten voor elk individueel land komen in Hoofdstuk 3 kort aan de orde. De selectie van de beleidsprioriteiten is voornamelijk gebaseerd op een uitgebreid pakket van kwantitatieve indicatoren, waardoor de beleidsbepalingen van verschillende landen met elkaar vergeleken kunnen worden, zoals weergegeven in Hoofdstuk 4.

Beleidsinformatie

Vooruitgang en prioriteiten bij de beleidshervorming

  • In OESO‑landen wordt er sinds het begin van de Going for Growth‑actie meer dan ooit aan de prioriteiten gewerkt, gezien het belang van structurele hervormingen gericht op concurrentievermogen en financiële duurzaamheid, die de basisvoorwaarden zijn voor het herstel van een gezond groeitraject na de crisis.
  • De snelheid waarmee hervormingen worden doorgevoerd is vooral in de eurozone bijzonder hoog, dankzij de programma's voor financiële bijstand of directe druk vanuit de markt (bijv. in Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje), inclusief gevoelige politieke kwesties zoals arbeidsregelingen en welzijnssystemen. Deze landen implementeren ook ingrijpende programma's voor consolidatie van de overheidsfinanciën. Dit in tegenstelling tot de veel langzamere hervormingen in andere eurozonelanden, vooral die met een surplus op de lopende rekening, en in landen met een zeer hoge levensstandaard (bijv. Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde Staten). Toch zouden meer actieve hervormingen in deze landen voor een beter evenwicht zorgen, zowel in de eurozone als daarbuiten. De geloofwaardigheid van fiscale consolidatieplannen zou dan ook meer ondersteuning krijgen.
  • In de Midden‑Europese landen worden deze prioriteiten goed aangepakt. De BRIICS‑landen tonen minder initiatief, wat gedeeltelijk komt omdat in deze landen de crisis en dus de druk minder sterk wordt gevoeld. Toch wordt er vooruitgang geboekt door een reductie van de controle van de overheid op het bedrijfsleven, een verbetering van de inzichtelijkheid van de wet‑ en regelgeving op de handelsmarkt en een versterking van elementaire onderwijssystemen.
  • Als we de Going for Growth‑prioriteiten van 2013 met die van 2011 vergelijken, dan is de grootste verandering de stijging van het aantal prioriteiten gericht op verbetering van de werkgelegenheid in OESO‑landen, vooral de beleidsbepalingen voor sociale uitkeringen en de actieve arbeidsmarkt. Dit omdat het belangrijk is de arbeidsmarkt na de crisis te herstellen, inclusief de problematiek om arbeidslozen weer aan de slag te krijgen. De grotere nadruk op de beleidsbepalingen voor de actieve arbeidsmarkt en sociale uitkeringen is in grote mate consistent met de structurele hervormingsbeloften en kernprioriteiten van de individuele landen, uitgedrukt in de Actieplannen van de G20.
  • Vooral de Eurozone kampt met het prangende werkloosheidsprobleem. Er bestaan daarom veel aanbevelingen voor hervorming van het belastings‑ en uitkeringssysteem, van de beleidsbepalingen voor de actieve arbeidsmarkt en van de wetgeving inzake arbeidsbescherming, ook al komen hervormingen van de handelsmarkt ook veel voor, vooral in sectoren waar betrekkelijk snel extra banen gecreëerd kunnen worden. In de overige relatief rijke OESO‑landen, met name Japan en Korea, wordt er meer nadruk gelegd op een verhoging van de arbeidsproductiviteit en de herziening van sectorreguleringen, belastingstelsels, FDI‑restricties en landbouwsubsidies. Hervorming van het belastingstelsel is ook een prioriteit in de Verenigde Staten, naast de noodzaak om de efficiency en de kansengelijkheid in het onderwijs en de gezondheidszorg te verbeteren.
  • Landen met een lager inkomen, zoals Mexico, Turkije en de BRIICS, zijn tot recentelijk sterk gegroeid, maar ze kampen met enkele gezamenlijke problemen, zoals de kwaliteit en de inclusiviteit van de onderwijssystemen, de capaciteit en regulering van infrastructuren en de grote beperkingen op concurrentie en investering, zowel voor binnenlandse als buitenlandse ondernemingen. De informele arbeidsmarkt veroorzaakt ook veel economische en sociale schade in de meeste van deze landen. Er worden daarom enkele aanbevelingen gedaan over belasting en uitkeringen en arbeidsbescherming, speciaal gericht op een reductie van de informele tewerkstelling.

Mogelijke bijwerkingen van groeistimulerende hervormingen

  • Veel van de aanbevolen beleidswijzigingen voor groei helpen ofwel bij de realisatie van andere welzijnsdoelstellingen of hebben geen duidelijke impact. Ook kunnen enkele aanbevelingen in strijd zijn met doelstellingen gericht op herverdeling of milieubescherming. De beleidsmakers moeten zich bewust zijn van deze compromissen, zodat ze beleidsbepalingen ontwikkelen die het beste aan hun doelstellingen voldoen.
  • De verschuiving weg van directe belastingen richting verbruiks‑, milieu‑ en onroerendgoedbelasting die in veel landen wordt aanbevolen als een manier om arbeids‑ en investeringsincentives te verbeteren, creëert een conflict met kansgelijkheidsdoelstellingen, tenzij extra maatregelen worden getroffen om de negatieve gevolgen voor de inkomensverdeling te verhelpen of te minimaliseren.
  • Maatregelen inzake de arbeidsbeschermingswetgeving, salarisonderhandelingen en minimumloon die worden aanbevolen om de arbeidskansen voor laaggeschoolden en jongeren te verbeteren, kunnen de salarisverdeling verbreden en zodoende op de korte termijn de inkomensongelijkheid vergroten. Dit effect kan echter op de lagere termijn gedeeltelijk of totaal worden weggewerkt wanneer de arbeidsvooruitzichten voor deze mensen verbeteren, vooral als ze momenteel weinig of geen werk hebben.
  • Hervormingen die de economische activiteit stimuleren, zetten over het algemeen meer druk op het milieu, door bijv. meer broeikasgasemissies, afvalproductie en wateronttrekking. Toch zullen enkele van deze aanbevelingen ervoor zorgen dat de toekomstige BNP‑groei duurzamer wordt, door verhoging van de productiekosten van activiteiten die schadelijk zijn voor het milieu. Denk hierbij vooral aan de aanbevelingen om milieuvervuiling te belasten, in plaats van arbeid. Ook hervormingen die voor meer concurrentie op de goederen‑ en dienstenmarkt zorgen en een nieuwe toewijzing van hulpmiddelen mogelijk maken, zullen de effectiviteit van op de markt gebaseerde milieumaatregelen verhogen door het reactievermogen op prijssignalen te verbeteren.
  • Groeistimulerende structurele hervormingen hebben directe en kortetermijngevolgen voor de overheidsfinanciën als er extra geld nodig is voor de toepassing ervan of, en dit komt minder vaak voor, zullen gepaard gaan met een aanvankelijke verlaging van de uitgaven of inkomstenverhogingen. Op de lange termijn zullen de gevolgen van structurele hervormingen op het budget verschillen, al naar gelang het feit of de groei wordt gestimuleerd door tewerkstelling of productiviteit. In beide gevallen zorgen de hervormingen voor hogere belastinginkomsten, maar alleen bij groei van de tewerkstelling zullen ze de budgetbalans aanzienlijk verbeteren.
  • Hervormingen gericht op verwijdering van belemmeringen voor voltijdse tewerkstelling van vrouwen en van obstakels voor deelname aan specifieke sectoren, zoals aanbevolen voor een aantal landen met een extern surplus, zullen de huidige financiële positie verzwakken door besparingen te verminderen en investeringen te verhogen. Daarentegen zullen beleidsbepalingen die gericht zijn op een versterking van de lopende rekening hervormingen omvatten die het concurrentievermogen van op export gerichte sectoren verbeteren, door middel van een verandering van het belastingstelsel of een betere blootstelling aan binnenlandse concurrentie.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2013), Economic Policy Reforms 2013. Going for Growth, OECD Publishing.
doi: 10.1787/growth-2013-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error