1887

OECD Multilingual Summaries

OECD-FAO Agricultural Outlook 2013

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/agr_outlook-2013-en

OESO‑FAO Landbouwvooruitzichten 2013

Samenvatting in het Nederlands

Toenemende vraag helpt opkomende landen: Tientallen jaren lang werd de wereldwijde landbouw gekenmerkt door de productie van beleidsmatig aangewakkerde overschotten in geïndustrialiseerd landen en stagnerende groei in opkomende landen. Beleidsherzieningen en de economische groei overal ter wereld hebben de situatie rond vraag en aanbod veranderd, waardoor de landbouw is omgevormd tot een meer marktgestuurde sector die investeringskansen biedt. Opkomende landen zullen naar verwachting hun aandeel van de wereldwijde productie vergroten en het meeste van de exportgroei profiteren.

Afnemende productiegroei: De landbouwproductie overal ter wereld die in deze Vooruitzichten wordt behandeld, zal naar verwachting gemiddeld 1,5% per jaar groeien, vergeleken met 2,1% gedurende de afgelopen tien jaar. Deze afnemende groei geldt naar verwachting voor alle landbouw‑ en veeteeltproducten. Deze trend is een gevolg van de stijgende kosten, minder beschikbare hulpmiddelen en toenemende milieudruk, die volgens de prognoses zullen zorgen voor een afname van het aanbod in nagenoeg alle regio's.

De inflatie van voedingsmiddelenprijzen neemt af: De link tussen goederenprijzen en wat consumenten in werkelijkheid voor hun voedingsmiddelen betalen is meestal niet duidelijk. Hierdoor is het mogelijk dat de goederenprijzen hoog blijven, maar de voedingsmiddelenprijsinflatie iets afneemt. Desondanks blijft de betaalbaarheid van voedingsmiddelen een hekel punt, aangezien in veel opkomende landen 25‑50% van huishoudbudgets of meer aan voedingsmiddelen wordt uitgegeven.

De markten weerspiegelen de gesplitste wereldeconomie: Ook al zijn landbouwmarkten goed bestand tegen economische recessies, toch zien we hier nog steeds de impact van een gesplitste wereldwijde economie: een zwak herstel in ontwikkelde landen en een levendige groei in veel opkomende landen. De stijgende olieprijzen zijn een belangrijke, maar onvoorspelbare factor voor prijsprognoses. De afwaardering van de US dollar zal naar verwachting ook het relatieve concurrentievermogen van andere exporteurs reduceren en de koopkracht van veel importeurs verhogen.

De prijzen zullen op de middellange termijn stijgen: De goederenprijzen zijn momenteel historisch gezien hoog. Op de korte termijn zullen de landbouwprijzen dalen, omdat de productie toeneemt, terwijl door de lage voorraad de vleesprijs hoog zal blijven. Op de langere termijn zullen de prijzen van zowel landbouw‑ als veeteeltproducten stijgen. Vlees, vis en biobrandstofprijzen zullen naar verwachting nog sterker stijgen.

Voor inflatie aangepaste prijzen blijven hoog: De gemiddelde reële prijzen van de meeste goederen die in deze Vooruitzichten aan bod komen, zullen van 2013 tot 2022 veel hoger zijn dan de gemiddelde prijzen van 2003 tot 2012. De gemiddelde reële prijzen van de volgende tien jaar zullen echter lager zijn dan de pieken die we de afgelopen jaren hebben gezien.

De consumptie zal toenemen: De consumptie van alle producten die in deze Vooruitzichten aan bod komen, zal in opkomende landen toenemen, zij het minder snel, gezien de toenemende bevolking, de hogere inkomens, urbanisatie en wijzigende voedingspatronen. Per hoofd van de bevolking zal de consumptie naar verwachting het snelste in Oost‑Europa en Centraal‑Azië groeien, gevolgd door Zuid‑Amerika en andere Aziatische landen.

Landbouwhandel zal blijven toenemen: Opkomende landen zullen veel van de handelsgroei profiteren, zoals de meeste export van voedergraan, rijst, oliezaden, plantaardige olie, suiker, rundvlees, gevogelte en vis. Het handelsaandeel van het OESO‑gebied zal verder krimpen, terwijl deze landen de voornaamste exporteurs van tarwe, katoen, varkens‑ en schapenvlees en de meeste zuivelproducten zullen blijven.

Onzekere vooruitzichten: Productietekorten, prijsschommelingen en handelsonderbrekingen vormen nog steeds de grootste bedreiging van de wereldwijde voedselveiligheid, vooral gezien de lage voorraadniveaus. Door een ernstige droogte zoals die van 2012 in de Verenigde Staten en GIS‑landen gecombineerd met lage voorraadniveaus, kunnen de prijzen van gewassen 15 tot 40% stijgen. De energieprijzen zijn ook onzeker, wat van invloed is op zowel de biobrandstofmarkten als de productiekosten. Vergeleken met productie is de wereldhandel nog gevoeliger voor opbrengstschommelingen en macro‑economische factoren.

Focus op China: In deze uitgave van de Vooruitzichten nemen wij China onder de loep, omdat de agri‑food sector in dit land zich snel aan het uitbreiden is. Gezien de productiebeperkingen en de toenemende vraag, zal China in de toekomst waarschijnlijk meer voedingsmiddelen gaan importeren, maar op dit moment kan het land in haar eigen behoeften aan de voornaamste gewassen voor voedingsmiddelen voorzien.

Naar verwachting zal de consumptie in China ca. 0,3% sneller groeien dan de productie, wat lijkt op de trend van de afgelopen tien jaar. Dit betekent dat een verdere, kleine opening van de landbouwsector wordt verwacht, ook al zal dit per product verschillen.

Voor China is de voedselzekerheid en zelfvoorziening van rijs en tarwe een topprioriteit. De landbouwopbrengst is van 1978 tot 2011 nagenoeg vervijfvoudigd. Recentelijk zijn de voedselprijzen echter gestegen en is de opbrengstgroei gedaald vanwege de toenemende beperkte verkrijgbaarheid van hulpmiddelen en arbeidskrachten.

Dankzij de beschikbaarheid van voedingsmiddelen en de hogere inkomens is de voedselzekerheid aanzienlijk verbeterd. Het aantal ondervoede mensen is sinds 1990 met nagenoeg 100 miljoen afgenomen, ondanks het feit dat de bevolking met 200 miljoen is gegroeid. Vermindering van het aantal ondervoede mensen is nog steeds een grote uitdaging.

Van 2001 tot 2012 is de landbouwimport en ‑export in China van US$ 27,9 miljard tot US$ 155,7 miljard gestegen. De importafhankelijkheid is verdubbeld van 6,2 tot 12,9%, waarbij het netto betalingsbalanstekort van China voor landbouw en voedingsmiddelen in 2012 US$ 31 miljard bedroeg.

De grootste onzekerheden voor China zijn de duurzaamheid van de sterke economische groei op de lange termijn, de toenemende beperking van de productiehulpmiddelen en grotere de kans op productievariabiliteit gezien het onvoorspelbare klimaat.

Wereldwijde goederenprognoses tot 2022

  • Granen: de productie zal naar verwachting per jaar 1,4% toenemen, waarbij 57% van de totale groei uit opkomende landen afkomstig is. Thailand zal volgens de verwachting de grootste rijstexporteur worden, op de voet gevolgd door Vietnam, terwijl de Verenigde Staten de dominerende exporteur van tarwe en voedergraan zullen blijven.
  • Oliezaad: de productie zal nog sneller toenemen dan die van granen. Palmolie zal een stabiel marktaandeel van 34% van de totale plantaardige olieproductie voor zijn rekening nemen.
  • Suiker: de productie zal naar verwachting nagenoeg 2% per jaar stijgen, met Brazilië en India als de grootste producenten. De opkomende landen zullen onverminderd de grootste gebruikers van suiker blijven.
  • Katoen: het marktaandeel van synthetische vezels zal toenemen. De katoenproductie in India zal naar verwachting 25% stijgen, zodat dit land de grootste katoenproducent zal worden.
  • Ethanol: de productie zal naar verwachting bijna 70% toenemen. Biodiesel zal nog sneller groeien, maar is kleiner begonnen. Tegen 2022 zal de productie van biobrandstof 28% van de totale wereldproductie van suikerriet, 15% van plantaardige oliën en 12% van alle voedergranen verbruiken.
  • Vlees: opkomende landen zullen naar verwachting 80% van de groei van de wereldwijde productie voor hun rekening nemen. Per hoofd van de bevolking zal de groei in vleesconsumptie afnemen wanneer de grote opkomende landen het consumptieniveau van ontwikkelde landen bereiken.
  • Zuivel: 74% van de wereldwijde melkproductiegroei zal naar verwachting in opkomende landen plaatsvinden. Toch zal de consumptie in opkomende landen naar verwachting sneller groeien dan de productie, met meer export vanuit de Verenigde Staten, de Europese Unie, Nieuw‑Zeeland, Australië en Argentinië.
  • Vis: de visvangst zal naar verwachting slechts 5% toenemen, maar de opbrengst van aquacultuur zal met 35% groeien. Tegen 2015 zal aquacultuur de visvangst overtreffen als voornaamste bron van vis voor menselijke consumptie.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD/FAO (2013), OECD-FAO Agricultural Outlook 2013, OECD Publishing.
doi: 10.1787/agr_outlook-2013-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error