1887

OECD Multilingual Summaries

OECD Sovereign Borrowing Outlook 2014

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/sov_b_outlk-2014-en

OESO Overheidsschuld Outlook 2014

Samenvatting in het Nederlands

De soevereine emittenten in de OESO kampen nog steeds met grote problemen in een complex economisch klimaat

Emittenten van overheidseffecten maken zich zorgen over de grotere markt‑ en liquiditeitsrisico's, hogere rentevoeten op de lange termijn en obstakels voor de wereldwijde economische groei. Er worden vraagtekens gezet over wanneer, hoe snel en hoe de centrale banken zullen stoppen met hun onconventionele monetaire beleidsprogramma's (UMP's). De emissies zijn nog complexer in landen waarin de grote openbare schulden en zeer hoge schuldquotes nog niet zijn gedaald, aangezien de enorme historische schuldenlast overheden blootstelt aan mogelijke afnemend vertrouwen als er geen geloofwaardige fiscale consolidatieplannen op de middellange termijn bestaan. Men maakt zich zorgen over de historische risico's van niet‑afgeronde reorganisaties van de financiële sector en de mogelijke negatieve gevolgen van (geplande) nieuwe reguleringen voor de marktliquiditeit. Als reactie hierop hebben veel zogenaamde Debt Management Offices (DMO's) hun emissiestrategieën en verkoopprocedures moeten aanpassen. Sommige hebben ook nieuwe schuldinstrumenten geïntroduceerd, of zijn dat van plan.

De opname van leningen vertoonde in 2012 een piek en zal in 2014 weer dalen, maar de schuldquotes blijven hoog en nemen toe.

Ook al lijkt het erop dat de gecombineerde bruto opname van leningen door OESO‑overheden in 2012 het hoogste niveau van USD 1 triljoen heeft bereikt, kampen de schuldmanagers in de OESO‑landen nog steeds met aanzienlijke financieringsproblemen, aangezien de overheidsschuldquotes nog steeds toenemen. De totale bruto behoefte aan financieringsmiddelen in de OESO zal in 2013 naar verwachting iets zijn gedaald tot USD 10,8 triljoen. Dit zal in 2014 naar verwachting verder dalen naar ca. USD 10,6 triljoen, maar met een relatief groot aantal terugbetalingen. Het nettofinancieringstekort zal in 2014 naar verwachting dalen tot USD 1,5 triljoen, terwijl de overheidsschuldquotes in de gehele OESO naar verwachting zullen toenemen.

Binnen deze context blijft het problematisch om zo goedkoop mogelijk een aanzienlijke hoeveelheid geldmiddelen te verkrijgen, met een acceptabel risico op de lange termijn door schulden die door middel van herfinanciering afbetaald moeten worden. Veel schuldmanagers in de OESO‑landen zijn nog steeds bezig met de evenwichtsaanpassing van hun portfolio's door meer instrumenten op de lange termijn uit te geven en de emissie van schatkistpapieren te controleren.

Belangrijkste bevindingen

  • Er zal in 2014 minder krediet worden opgenomen, maar de schuldenlast blijft hoog. Voor een groep van specifieke, grote OESO‑landen zal de overheidsschuld in 2014 naar verwachting een recordniveau bereiken sinds de Tweede Wereldoorlog.
  • In 2013 en 2014 zal het aandeel van kortlopende obligaties naar verwachting ca. 45‑46% blijven, wat een stuk lager is dan het niveau van nagenoeg 49% van voor de crisis.
  • Langlopende schulden zullen naar verwachting in 2013 ca. 87% van de overheidsportfolio's uitmaken en dit zal in 2014 waarschijnlijk tot 88,1% stijgen.
  • Het rendement van langlopende staatsobligaties in de geavanceerde grote economieën vertoont historisch gezien een grote correlatie.
  • De behoefte aan herfinanciering van de OESO‑landen in het algemeen vormt een grote uitdaging en zal in de komende 3 jaar ca. 29% van de uitstaande langlopende schulden uitmaken.
  • Er is geen gebrek aan totale toevoer van veilige overheidsactiva, vooral als het overheidsrisico toleranter wordt ingeschat. In plaats van alleen een 'triple‑A‑rating', moeten ook overheidsschulden met een rating van AAA, AA of A als veilig worden beschouwd.
  • DMO's hebben hun zorgen geuit over de druk die wordt uitgeoefend op de bestaande primaire verhandelingssystemen en de gevolgen van de (op komst zijnde) reguleringen voor de liquiditeit op de primaire en secundaire markten voor overheidseffecten.
  • Een verandering van de UMP‑houding van centrale banken kan tot zeer volatiele staatsobligatiemarkten leiden. De uittreding moet heel voorzichtig worden georganiseerd (bijv. het taperingstempo), er moet duidelijk met de markt worden gecommuniceerd en er moet een goede wederzijdse communicatie bestaan tussen centrale bankiers en de instellingen die staatsobligaties uitgeven.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2014), OECD Sovereign Borrowing Outlook 2014, OECD Publishing.
doi: 10.1787/sov_b_outlk-2014-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error