1887

OECD Multilingual Summaries

Development Co-operation Report 2013: Ending Poverty

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/dcr-2013-en

Ontwikkelingssamenwerkingsrapport 2013: Armoedebestrijding

Samenvatting in het Nederlands

De Milleniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) hebben de politieke ondersteuning van armoedebestrijding gestimuleerd. De wereld heeft het MDG‑doel van halvering van de bevolking die in extreme armoede leeft ($ 1,25 per dag) waarschijnlijk al gerealiseerd. Maar het traject richting deze MDG's in verschillende landen, lokaliteiten, bevolkingsgroepen en tussen de geslachten is niet gelijk, wat wijst op het fundamentele probleem van de huidige aanpak. Nu dat de Verenigde Naties en haar partners een nieuw wereldwijd raamwerk gaan opstellen dat in 2015 de MDG's zal vervangen (Hoofdstuk 11), moet er dringend iets worden ondernomen om armoede voor eens en altijd uit te roeien. Zoals we in het Ontwikkelingssamenwerkingsrapport kunnen lezen, moeten de zaken dan heel anders aangepakt worden.

Wat is armoede en hoe wordt armoede gemeten?

Dit was de centrale vraag die bij de MDG's werd gesteld. In dit rapport geven toonaangevende denkers aan wat de problematiek is rond de definitie en meting van armoede.

  • Bij armoede gaat het niet alleen om inkomen . Het MDG‑doel om extreme armoede te halveren, houdt geen rekening met veel andere ontberingen (Hoofdstuk 3). Economische groei is ontoereikend om alle vormen van armoede uit te roeien of om alle mensen voordeel te brengen.
  • Arme mensen wonen niet alleen in arme landen (Hoofdstuk 1). Tegenwoordig wonen de armste miljard mensen in landen met een gemiddeld inkomen, zoals in India en China. De nationale armoedemetingen bieden geen informatie over de ongelijkheid binnen deze landen en leveren geen enkele bijdrage om daar iets aan te doen (Hoofdstukken 2 en 15).
  • Armoede is niet standaard of statisch . De nieuwe metingen moeten meer informatie bieden dan alleen het wereldwijde totaal en moeten aangeven wat het startpunt en de problemen van de verschillende landen zijn; ze moeten een indicatie geven van de ongelijkheid en ervoor zorgen dat de waarden op de langere termijn met elkaar vergeleken kunnen worden (Hoofdstukken 2 en 11).
  • 'Nul bereiken' is erg belangrijk – daar blijven is dat ook (Hoofdstuk 4) Minstens een half miljard mensen lijdt aan chronische armoede. Er moeten niet alleen specifieke beleidsbepalingen worden geformuleerd om extreme en chronische armoede te beëindigen, maar ook om nieuwe verarming te voorkomen.

Nieuwe doelstellingen voor armoedebestrijding

Voor een herleving van de visie van de Millenniumverklaring moet de nieuwe internationale ontwikkelingsagenda gebaseerd zijn op solidariteit, gelijkheid, waarde en respect voor de natuur (Hoofdstuk 12). De doelstellingen moeten een richtlijn zijn voor de kernverwachtingen, moeten targets hebben die eenvoudig meetbaar zijn, evenals strategieën voor economische en sociale transformatie. Dit rapport doet verschillende voorstellen voor de ontwikkeling van deze elementen, zoals:

Een verschuiving van armoede naar inclusief welzijn

  • Een nieuwe hoofdlijnindicator voor de uitroeiing van alle vormen van armoede, mogelijk ter aanvulling van de huidige indicator voor inkomensarmoede (Hoofdstukken 3 en 5).
  • Nieuwe targets en indicators waarmee nagegaan kan worden of mensen momenteel verarmen (Hoofdstuk 4). Een nieuwe doelstelling om de inkomensongelijkheid te reduceren, of een aantal ongelijkheidsindicatoren voor de verschillende doelstellingen (Hoofdstukken 1 en 11).
  • Een dubbele aanpak van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen: één doelstelling voor de gelijkheid en empowerment van vrouwen, plus een manier om bij alle doelstellingen en targets de verschillen tussen mannen en vrouwen te identificeren (Hoofdstuk 16).

Een combinatie van nationale en wereldwijde doelstellingen en verantwoordelijkheden

  • Een nieuwe wereldwijde doelstelling van minder inkomensarmoede gebaseerd op nationale armoedemetingen, die internationaal gecoördineerd en consistent zijn (Hoofdstuk 2).
  • De nieuwe agenda moet voor alle landen gelden, maar met verschillende verantwoordelijkheden, gezien het startpunt, de capaciteiten en hulpmiddelen van een land (Hoofdstuk 11).
  • De doelstellingen moeten nationaal worden vastgesteld, maar binnen de wereldwijde minimumnormen vallen (Hoofdstukken 11 en 15).

Betere data voor betere tracering

  • Specifieke doelen, targets en indicators om de beschikbaarheid en kwaliteit van de data voor tracering van de vooruitgang bij deze nieuwe doelstellingen te verbeteren. Bovendien moet in nationale statistische functies worden geïnvesteerd (Hoofdstukken 14 en 16).

Nieuwe methodes voor armoedebestrijding

De eerste stap is vaststelling van de juiste doelstellingen; voor de realisatie daarvan zijn nieuwe beleidsbepalingen en een hernieuwde inzet en leiderschap nodig, niet alleen van de nationale overheden in het noorden en in het zuiden, maar ook van de hele wereldwijde gemeenschap. Overheden, parlementariërs, multilaterale en regionale instellingen, de civiele maatschappij, niet gouvernementele organisaties (ngo's), stichtingen en de privésector moeten met elkaar samenwerken om te verzekeren dat alle beleidsbepalingen op alle vlakken op elkaar afgestemd zijn om armoede te bestrijden.

Dit rapport bevat bijdragen van mensen die hun uitgebreide ervaring met succesvolle projecten delen, zoals:

  • Een verschuiving van armoede naar macht door mensen tot meer in staat te stellen, vooral vrouwen en mensen die aan chronische armoede lijden, en door eliminatie van de sociale discriminatie waardoor ze arm blijven. Ontwikkelingssamenwerkingsverbanden, politieke bewegingen en civiele organisaties kunnen dergelijke machtsverschuivingen ondersteunen (Hoofdstukken 4, 5, 6, 9, 10, 12 en 16).
  • De constructie van inclusieve en duurzame economieën die de armste mensen in staat stellen deel te nemen aan de groei en van de groei te profiteren. Hiervoor is een totale heroriëntering en nieuwe prioritering van beleidsbepalingen en programma's nodig, vooral op het gebied van landbouw, onderwijs, energie en tewerkstelling (Hoofdstukken 4, 7, 8, 14 en 15).
  • Ontwikkeling van sociale beschermingssystemen zoals tewerkstellingsgaranties, geldoverschrijvingen, pensioenen, kinderbijslag en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen ‑ met als doel een virtuele cyclus die arme mensen in staat stelt te leven, activa op te bouwen, toegang te verkrijgen tot economische kansen en bestand te zijn tegen schokken, zoals klimaatsverandering (Hoofdstukken 4, 5, 6, 7, 9, 10 en 13).
  • Een duurzaam milieu en hulpbronnen zijn een kernprioriteit die onverbrekelijk verband houdt met armoedebestrijding en welzijn. De beleidsbepalingen moeten niet alleen de symptomen, maar ook de oorzaken van armoede aanpakken, zonder dat het welzijn van toekomstige generaties wordt ondermijnd (Hoofdstukken 11, 13 en 15).
  • Investering in kleine boeren om armoede aan te pakken en een brede economische groei te stimuleren in arme, voornamelijk agrarische landen (Hoofdstukken 8 en 10).
  • Ondersteuning van kennis‑ en ervaringsuitwisseling inzake armoedereductie, vooral in zuidelijke landen (Hoofdstukken 1, 8, 15 en 16).

Wat betekent dit voor de ontwikkelingssamenwerking?

Er is extra steun nodig om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden. Ook al zijn de financiële hulpmiddelen steeds vaker afkomstig van het belastingstelsel van de landen zelf, toch is officiële ontwikkelingshulp nog steeds van kritiek belang. Er moeten extra middelen worden aangetrokken binnen één enkele, verenigde, wereldwijde structuur, die alle beschikbare financieringsbronnen optimaliseert en voor de juiste controles zorgt (Hoofdstukken 15 en 16). De nieuwe wereldwijde partnership voor effectieve ontwikkelingssamenwerking kan deze wereldwijde inzet en hulpmiddelen katalyseren en coördineren (hoofdartikel). Voor vermindering van armoede en ongelijkheid in en tussen de landen is niet alleen een duurzame en coherente ondersteuning van de fragiele landen nodig, ook moeten extreme armoedeclusters in landen met gemiddelde inkomens worden aangepakt, moet de ontwikkeling van nationale publieke diensten worden gestimuleerd en dient te worden erkend dat vrede en minder geweld aan de basis van armoedebestrijding liggen (Hoofdstukken 14, 15 en 16).

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2013), Development Co-operation Report 2013: Ending Poverty, OECD Publishing.
doi: 10.1787/dcr-2013-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error