1887

OECD Multilingual Summaries

Development Co-operation Report 2012

Summary in Dutch

Cover
Read the full book on:
10.1787/dcr-2012-en

Ontwikkelingssamenwerkingsrapport 2012

Samenvatting in het Nederlands

  • Het Ontwikkelingssamenwerkingsrapport is het belangrijkste jaarlijkse naslagdocument voor statistieken en analyse van trends inzake internationale hulpverlening.
  • Dit jaar biedt het Ontwikkelingssamenwerkingsrapport 2012 informatie over de respons op de problematiek rond duurzame ontwikkeling, gericht op inclusiviteit en goed beheer, zodat onze eindige hulpmiddelen zowel vandaag als in de toekomst eerlijk worden verdeeld.

Ontwikkelingsproblematiek in 2012

Ondanks de gestage toename van het algemene BNP overal ter wereld, bestaan er nog steeds grote leemtes in verschillende landen en regio's, en worden de verschillen tussen arm en rijk overal ter wereld groter. De huidige situatie is als volgt:

  • Er leven nu meer dan zeven miljard mensen op de wereld.
  • Eén miljard mensen leeft van minder dan twee dollar per dag en de meeste van deze mensen zijn ondervoed.
  • 1,3 miljard mensen heeft geen toegang tot elektriciteit.
  • Eén miljard mensen heeft een gebrek aan schoon drinkwater.
  • Meer dan 2,2 miljoen kinderen jonger dan 14 sterven als gevolg van verontreinigd water.
  • We gebruiken 1,5 maal de benodigde hoeveelheid resources ter ondersteuning van de wereldwijde activiteiten.
  • Opkomende landen zien voor het eerst een effectieve daling van de officiële ontwikkelingshulp (official development assistance of ODA) sinds 1997.

Het Ontwikkelingssamenwerkingsrapport van dit jaar onderzoekt deze en andere vraagstukken en wat ze betekenen voor een duurzame ontwikkeling, middels de ideeën en ervaringen van toonaangevende gedachtenleiders en uitvoerders op het gebied van ontwikkeling.

De band tussen duurzaamheid en ontwikkeling: wereldwijde partnerschappen en nationale initiatieven

Gezien deze harde realiteit, moeten we oplossingen ontwikkelen die praktisch, effectief en reproduceerbaar zijn. Het Ontwikkelingssamenwerkingsrapport 2012 onderzoekt hoe ontwikkelende, opkomende en OESO‑landen, multilaterale organisaties, civil society organisaties (CSO's) en de privésector, samen specifieke milieuproblemen aanpakken met het oog op duurzame ontwikkeling. Het rapport presenteert initiatieven en ideeën die waardevolle lessen en inzichten bevatten:

  • Gezien de belangrijke rol die energie speelt voor ondersteuning van groei en ontwikkeling, heeft de Europese Unie sinds 2002 gewerkt aan verbetering van toegang tot energie in Afrika. Momenteel speelt de EU een actieve rol in het UN‑initiatief 'Sustainable Energy for All', waarbij nauw wordt samengewerkt met diverse opkomende landen aan oplossingen voor hun energieproblemen.
  • Een reductie van de zgn. short lived climate pollutants (SLCP) reduceert de negatieve gevolgen van klimaatverandering, terwijl ook de gevolgen van luchtvervuiling voor de menselijke gezondheid, landbouw en ecosystemen worden gereduceerd. Als toegewijd lid van de Climate and Clean Air Coalition, helpt Zweden de opkomende landen om meer te doen aan de bestrijding van SLCP.
  • Het doorbreken van de zgn. vloek van minerale en natuurlijke hulpbronnen kan de economische prestaties verbeteren en armoede en conflicten verminderen. Door samenwerkingsverbanden met Noorse instellingen binnen het kader van het Oil for Development‑programma, werken Ghana en verscheidene andere Afrikaanse landen aan de ontwikkeling van een economisch, milieutechnisch en sociaal verantwoord beheer van hun petroleumresources.

Er bestaan nog veel meer voorbeelden van dergelijke initiatieven, zowel in deze DCR als elders ter wereld: multilaterale instellingen ontwerpen en implementeren projecten gericht op duurzame inkomstenbronnen; bedrijven sturen positieve sociale activiteiten aan en creëren nieuwe kansen voor innovatie en groei middels wereldwijde partnerships; en landen zoals China en Kenia laten zien dat de concepten 'groen' en 'groei' hand in hand kunnen en moeten gaan.

De rol van ontwikkelingssamenwerking in de 'toekomst die we willen'

In 2012 zijn wereldleiders en duizenden afgevaardigden van overheden, de privésector, CSO's en anderen bij elkaar gekomen in Rio de Janeiro voor de Rio+20 UN Conference on Sustainable Development. Dit congres heeft geleid tot 'The future we want', de nieuwste visie van de wereld op duurzame ontwikkeling. Hoe kan ontwikkelingssamenwerking deze toekomst mogelijk maken?

Volgens dit rapport zijn de volgende activiteiten van cruciaal belang na Rio+20 om te verzekeren dat groene groei leidt tot duurzame ontwikkeling:

Gebruik een nieuw model voor ontwikkelingssamenwerking

De Millennium Development Goals (MDG's) zijn sinds 2000 de richtlijn geweest voor ontwikkelingssamenwerking en vestigen de politieke aandacht op bestrijding van honger en kindersterfte, organisatie van universeel onderwijs en stimulering van duurzaamheid voor het milieu. Als verder wordt gekeken dan de MDG's, zien de providers en ontvangers van ontwikkelingssamenwerking in dat de uitdagingen waar men voor staat, om een nieuw operationeel model vragen. Wil dit nieuwe model zorgen voor een effectieve ondersteuning van de behoeften en prioriteiten van opkomende landen, dan zijn dit de voorwaarden waaraan moet worden voldaan:

  • Integratie van 'groene groei' in alle aspecten van de ontwikkelingssamenwerking: Dit moet verder gaan dan het beheer van natuurlijke hulpbronnen in ontwikkelingshulpportfolio's. Doel is te verzekeren dat de hulp voor armoedebestrijding activiteiten stimuleert die stabiliteit bieden en bestendig zijn tegen klimaatverandering; ook moet de steun die wordt geleverd voor infrastructuurontwikkeling en landgebruik bestendig zijn tegen klimaatinvloeden en natuurrampen.
  • Waarde schenken aan natuurlijk kapitaal in ontwikkelingshulpprogramma's. Dit is vooral belangrijk bij het prioriteren van de investering van ontwikkelingsfinanciering in fysiek, natuurlijk of menselijk kapitaal; steeds vaker blijkt dat investering in natuurlijk kapitaal voor betere sociale dividenden zorgt dan investeringen in een koolstofintensieve infrastructuur.
  • De toewijzing van ontwikkelingsmiddelen mag niet langer sectorieel gebeuren, maar moet onderdeel zijn van een totale overheidsaanpak. Dit betekent dat de meeste geldmiddelen moeten worden gebruikt voor de financiering van nationale, duurzame ontwikkelingsplannen, die landen ondersteunen bij een meer alomvattende aanpak van hun prioriteiten op het gebeid van groene groei.

Hulp moet op effectieve wijze als katalysator dienen voor duurzame ontwikkelingsfinanciering.

Volgens de prognoses van de OECD Development Assistance Committee (DAC) zal de ontwikkelingshulp in de nabije toekomst uitvlakken, niet toenemen. Hoe kunnen we onze beperkte hulpmiddelen op effectieve wijze inzetten om voor een goede prijs/prestatieverhouding te zorgen?

  • Landen moeten zich aan hun belofte houden om 0.7% van hun bruto nationale inkomen (BNI) aan ODA te besteden. Tegelijkertijd moeten ze ervoor zorgen dat hun beloften realistisch zijn en dat ze de controleerbaarheid en inzichtelijkheid van de hulpverlening verbeteren.
  • ODA moet de bredere problematiek van duurzame ontwikkeling aanpakken (van voedselveiligheid in Afrika tot de negatieve gevolgen van massaverstedelijking in Azië) en moet meer opkomende landen helpen; ook moet de hulpverlening bestaan uit een alomvattend assortiment financieringsinstrumenten (van subsidies tot risicogaranties).
  • ODA moet worden gebruikt als katalysator om de ontwikkeling van de privésector mogelijk te maken en investeringen en handelsstromen te stimuleren die de risico's van duurzame ontwikkelingsactiviteiten kunnen reduceren.
  • De ontwikkelingshulp moet de adoptie van beleidsbepalingen gericht op groene groei stimuleren door middel van innovatieve kanalen. Denk hierbij aan maatregelen zoals het duurder maken van koolstof, zodat bedrijven worden aangemoedigd hun koolstofemissies te reduceren, terwijl er nieuwe publieke inkomsten worden gegenereerd voor opkomende landen ter ondersteuning van hun ontwikkelingsprojecten gericht op het klimaat.

Momenteel wordt door de ontwikkelingsinstanties de agenda voor de periode na 2015 vastgesteld. Het is belangrijk dat dit gebeurt op basis van waardevolle kennis en ervaring en dat relevante ideeën en benaderingen worden toegepast (zoals in deze DCR vermeld) ter bevordering innovatieve denkwijzen, instellingen, gedragingen en technologieën.

© OECD

Deze samenvatting is geen officiële OESO-vertaling.

Reproductie van deze samenvatting is toegestaan, mits het OESO-copyright en de titel van de oorspronkelijke publicatie worden vermeld.

Meertalige samenvattingen zijn vertaalde uittreksels van OESO-publicaties die oorspronkelijk in het Engels en Frans zijn gepubliceerd.

Deze zijn gratis te verkrijgen via de Online Bookshop van de OESO www.oecd.org/bookshop

Neem voor meer informatie contact op met de eenheid OECD Rights and Translation, Public Affairs and Communications Directorate op, [email protected] of per fax: +33 (0)1 45 24 99 30.

OECD Rights and Translation unit (PAC)
2 rue André-Pascal, 75116
Paris, France

Bezoek onze website www.oecd.org/rights

OECD

Read the complete English version on OECD iLibrary!

© OECD (2012), Development Co-operation Report 2012, OECD Publishing.
doi: 10.1787/dcr-2012-en

This is a required field
Please enter a valid email address
Approval was a Success
Invalid data
An Error Occurred
Approval was partially successful, following selected items could not be processed due to error